Zondagsrust versus zondagsopenstelling

dinsdag 15 oktober 2013

Donderdag 10 oktober jl. debatteerde de commissie Algemeen Bestuur opnieuw over de vraag of de winkels in onze dorpskernen op zondag open mogen zijn. Aanleiding voor deze discussie is het besluit van de Rijksoverheid dat gemeentes deze afweging zelf mogen maken. D66 greep liet er geen gras over groeien en stelde voor om dit onderwerp te agenderen.

Voorafgaand aan het politieke debat stelde D66 voor om een debatavond te organiseren voor inwoners en ondernemers, zodat zij hun stem zouden kunnen laten horen. Op 25 september vond het Lagerhuisdebat plaats in de Raadzaal. Voor D66 was de uitkomst van het debat niet wat er van verwacht werd. Een ruime meerderheid van het aanwezige publiek was tegen de zondagsopenstelling. Ook de LinkedIn-discussiegroep en de actie op Twitter, die vervolgens door D66 werden gestart, leverden nauwelijks respons van voorstanders van de zondagsopenstelling.

In de commissievergadering verweet de PvdA aan D66 dat ze niet de regie genomen hadden na de debatavond en dat de betekenis van de avond in het proces nu onduidelijk is. Onze fractie was tevreden met het verloop van het Lagerhuisdebat. Onze inwoners en ondernemers maakten duidelijk dat lang niet iedereen zit te wachten op de zondagsopenstelling van de winkels en dat m.n. de kleine ondernemers er voor hun voortbestaan ook risico’s in zien.

In onze bijdrage vroegen wij aandacht voor de principiële keuze voor een collectieve vrije zondag. Maar we wezen er ook op dat de vraag voor zondagsopenstelling in de samenleving niet leeft, maar vooral een politiek item lijkt. En passant wezen we D66 op de krampachtige manier waarop ze de politiek willen overtuigen van het feit dat een meerderheid hun standpunt deelt. Want die meerderheid laat zich nergens zien of horen.

Voor D66 was dit overigens geen reden om het voorstel in te trekken of in te gaan op de suggestie van de PvdA om de inwoners in maart 2014 te laten kiezen. 

Het voorstel zal ongewijzigd in de raadsvergadering ingebracht worden. Hoe de exacte stemverhouding tussen voor- en tegenstanders van de zondagsopenstelling dan zal zijn, is nog niet duidelijk. L3B is verdeeld over dit onderwerp en lastige vragen van de VVD aan het adres van coalitiegenoot L3B hebben volgens de L3B-fractievoorzitter effect op de keuze van zijn fractie. Het kan dus best nog spannend worden eind oktober rond dit onderwerp. 

Onderstaand de bijdrage van Ankie van Tatenhove over dit onderwerp:


Voorzitter,

Bijna tweeënhalf jaar geleden voerden wij in deze raad een gedachtewisseling over de winkelopenstelling van één supermarkt in elke kern. Nu voeren wij de discussie over nut en noodzaak opnieuw. Maar nu met een grotere inzet. Want nu gaat het om alles of niets.

En daarom is het goed om het voorstel nog eens van diverse kanten te belichten. In onze bijdrage benaderen wij de kwestie zondagsrust versus zondagopenstelling vanavond vanuit  invalshoeken:

Zondagsopenstelling is breuk met onze cultuur-historische wortels en joods-christelijke traditie;
De keuze voor zondagsopenstelling is geen antwoord op een vraag;
De discussie over dit onderwerp laat de kloof zien tussen politiek en samenleving;

Breuk met cultuur-historische wortels

In onze bijdrage van mei 2011 hebben wij aandacht besteed aan de herkomst en de waarde van de zondag als collectieve rustdag. We noemden het een luxe met heel oude papieren: het ritme van 6 dagen werken en 1 dag rust is goed voor iedereen. Een dag die we kennen sinds keizer Constantijn in 321 na Christus de zondag als collectieve rustdag instelde. Een feestdag voor al zijn onderdanen. Niet alleen bedoeld voor de christenen in zijn Rijk en niet alleen door hen gewaardeerd.

We wezen er op dat al ruim vóór Constantijn de wekelijkse rustdag beschreven is in de zgn. ‘10 geboden’. Daar wordt ook de motivatie beschreven, wanneer er gerefereerd wordt aan de periode in Egypte kende waar het volk Israel als gastarbeider werkte. De boodschap is: wordt geen slaaf van je werk; daar ga je aan onderdoor. Neem tijd voor je rust, voor je gezin, je familie en vrienden. En, maar dat vind niet iedereen, neem tijd voor je relatie met God.

Christenen houden deze vrije dag graag in ere. En ook niet-christenen waarderen de zondag als collectieve rust- en genietdag. Dat willen wij graag zo houden. Maar langzamerhand lijkt voor een deel van geseculariseerd Nederland deze onderbreking van de alledaagse ratrace een wekelijkse opgave. Zondag is voor hen geen dag meer om te genieten, maar een dag waarop niets mag en niets kan. En dan komt de vraag naar een gelijkstelling van de zondag met de overige dagen van de week. En daarna de verzuchting van oneerlijke concurrentie als de winkels in de stad wel en de winkels in ons dorp niet open mogen zijn op zondag. Dus komt de vraag naar openstelling van de winkels in alle kernen, ook op zondag. En is de breuk met onze joods-christelijke traditie en onze cultuurhistorische wortels een feit.

Zondagsopenstelling is geen antwoord

De discussie over de zondagsopenstelling van de winkels in onze dorpskernen loopt al lang. Toch leeft het onderwerp niet echt. Want waar de politiek zich druk maakt over vrije keuze, omzetderving, tijdgebrek en zo meer, geeft volgens onderzoek van L3B 69% van onze lokale kleine ondernemers aan geen heil te zien in de zondagsopenstelling in onze dorpskernen. En de praktijk leert dat het voor kleine ondernemers sowieso moeilijk is het hoofd boven water te houden. Want jaar-in-jaar-uit 7 dagen per week je dienstverlening op peil moet houden, is geen sinecure. De kleine ondernemer moet vechten voor zijn continuïteit en bestaansrecht. En dat kost vrije tijd en energie. Wie het niet aflegt tegen de ketens, brandt op, of is toe aan een ‘sabbatical’ ( zo noemen we dat). We vinden het dan ook niet vreemd dat zo’n overtuigende meerderheid van de ondernemers niet enthousiast is over de zondagsopenstelling. Op vrijdagavond loont het immers ook al niet.

En voorzitter, we zijn zo vrij om te concluderen dat ook onze inwoners er niet echt warm voor lopen. Tweeënhalf jaar geleden niet. En nog steeds niet. Die hebben er blijkbaar geen problemen mee om, naast het werken, sporten, socializen en kinderen-naar-school-sport-en-muziek-brengen, ook het boodschappen doen in te plannen. Zij vinden het prima om de zondag anders in te vullen dan als een alledaagse werkdag. Of, moeten wij het anders zien dat de voorstanders van de zondags-openstelling massaal afwezig waren tijdens het Lagerhuisdebat? Is er een andere reden dat de discussie op LinkedIn zich afspeelde tussen ene Rob, Ruud en Frans en dat niet meer dan 3 personen reageerden op het twitterverzoek van Jeroen Heuvelink aan al  onze inwoners om zich bij mij en een aantal anderen te melden als ze vóór de zondagse openstelling van de winkels zijn? 3 van de ruim 55.000 inwoners. Dat is niet zo’n heel hoog percentage. Ik neem aan dat Peter van der Sluijs, Hans Ouwens en Bart Vink dat met ons eens zijn. En dat ook Jeroen zelf kan tellen.

Daarom vragen wij ons af op welke vraag dit voorstel eigenlijk een antwoord is. Blijkbaar niet op de vraag van de samenleving en evenmin op de vraag van onze lokale ondernemers. Op welke vraag dan wel?

De kloof tussen samenleving en politiek

Waarom moeten we ja zeggen tegen dit voorstel? Omdat de rest het ook doet?

Dat is een argument. Maar, en ja voorzitter de ChristenUnie valt in herhaling, Lansingerland heeft zich in zijn korte bestaan juist altijd geprofileerd als een gemeente waarvan er geen 13 in een dozijn gaan. Een gemeente die eigenstandig keuzes maakt. Dus vinden wij dit argument een zwaktebod. Zeker ook omdat de tijden veranderd zijn.

We weten allemaal dat geld moet rollen om de economie aan de gang te houden. Maar we weten inmiddels ook dat je geld moet hebben, voordat je het kunt laten rollen. En dat we meer moeten doen met minder geld. Minder geld verspreiden over meer koop-dagen zal onze economie ons inziens dan ook niet in de hoogconjunctuur brengen.

De realiteit laat bovendien zien dat we in een andere tijd leven. Wordt door economen de tijd vóór de crisis getypeerd als ‘de economie van de begeerte’, nu lijken andere waarden te gelden en worden andere principiële keuzes gemaakt: ‘delen is het nieuwe hebben’ en ‘gebruik het nieuwe bezit’.  Dat is het bestaansrecht van de toekomst, van ‘de eeuw van mijn kinderen’ (met een knipoog naar Geert Mak). Dat staat haaks op de gedachte dat economische groei de mate van geluk bepaalt. Dat was de motor in de recente geschiedenis, in de eeuw van onszelf.

De vraag die nu voorligt voorzitter, is wat ons betreft dan ook zoooooo 2007.

Of zijn wij de enigen die willen geloven dat de tijden van weleer voorbij zijn?

Het debat er om heen maakt pijnlijk duidelijk dat er een kloof is tussen de samenleving en een deel van de politiek. Want waar een deel van de politiek van overtuigd is, daar maakt de samenleving zich niet hard voor.

Dat leidt bij ons tot de conclusie dat wij debatteren zonder probleemstelling. Wij roepen de fracties in deze raad dan ook op om oog te hebben voor de signalen van deze, nieuwe tijd en om eerlijk te kijken naar de opkomst tijdens het Lagerhuisdebat en de onderzoeken die er gedaan zijn onder inwoners en ondernemers. We vragen onze collega-raadsleden om zorgvuldig af te wegen of we met het badwater ook niet het kind weg gooien.

Voorzitter,
Samengevat ziet de fractie van de ChristenUnie, los van de principiële discussie over het nut van de zondag als wekelijkse rustdag, ook in de niet-principiële benadering niet in waarom de winkels op zondag open zouden moeten zijn.

En tot slot, willen we de collega van Jeroen aanbieden om een toiletrol bij de buren of bij ons op te halen als hij onverhoopt zonder mocht zitten bij de start van zijn vakantie.

« Terug

Reacties op 'Zondagsrust versus zondagsopenstelling'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2013

december

november

oktober

september

juni

mei

maart

februari

januari