Jeuk bij "Lentekriebels"
Jeuk bij "Lentekriebels"
Eind maart ontstond ophef rond de ‘Week van de Lentekriebels’. Waar gaat het om en wat moeten we er als plaatselijke politieke beweging mee?
Sinds 2012 zijn scholen wettelijk verplicht om aandacht te besteden aan seksuele voorlichting. Maar een school is vrij om een methode te kiezen, en er zijn meerdere methoden ontwikkeld. De methode van Rutgers werd door de meeste scholen gebruikt en gaf mede door de aandacht in de media wrevel, ergernis en schrik bij menige ouder.
Bij deze aandacht ging het soms om nepnieuws. Bepaalde extreme groeperingen zoals FvD gooiden van alles op één hoop om een gevoel van “ze doen maar wat ten koste van onze kinderen” en “de overheid is niet te vertrouwen” aan te wakkeren. Maar ook de toonzetting op de website van “Gezin in gevaar” suggereert dat het gaat om misstanden die richting pedofilie gaan en aansporingen tot seksueel experimenteren.
Over het algemeen spannen docenten en hun schoolbesturen zich in om kinderen te helpen om met complexe zaken om te gaan. Daar horen zaken bij als seks (klinkt vooral spannend als op het gesprek erover een taboe heerst), porno (geen kind ontkomt aan het tegenkomen van blootfoto’s) en zelfbevrediging (een onderwerp dat op een bepaalde leeftijd verwarring kan opleveren). Onze fractie heeft waardering voor deze inspanning van onze scholen. Als kinderen met deze informatie thuiskomen, kan het gesprek er thuis over voortgezet worden.
Wat bovendien als gunstig en belangrijk wordt herkend in deze jaarlijkse actieweek is het werken aan weerbaarheid bij (jonge) kinderen. Want helaas is de veiligheid van kinderen regelmatig in het geding, zelfs thuis – en volgens cijfers van Veilig Thuis júíst ook thuis.
Sommige aspecten van de gekozen methode van dit jaar doen echter de wenkbrauwen fronsen of geeft regelrecht protest. Voor ons weegt zwaar dat ouders zich overvallen kunnen voelen door deze invulling van het onderwijs geven over weerbaar zijn en seksuele vorming. Signalen hierover hebben we namelijk beluisterd. Hierbij valt de positie op van ouders die gelovig zijn (christen, jood of moslim) maar hun kinderen aan openbare scholen toevertrouwen. Vooral de mensen die minder verbaal in staat zijn hun standpunt en hun voorkeur te formuleren naar docent of school verdienen hierbij aandacht. In plaats van de optie van “dan houd ik mijn kind maar thuis” zouden andere opties beter zijn, zoals tevoren heldere uitleg van doel en werkwijze. Een artikel zoals “Seksuele vorming op basisschool ligt door Week van de Lentekriebels onder vergrootglas” (Reformatorisch Dagblad, 24 maart 2023) legt de problematiek goed uit. Hierin komt de methode “Kriebels in je buik” van Rutgers aan bod met uitgebreide toelichting van een medewerker en daarnaast de methode “Wonderlijk gemaakt”, die opgesteld is door medewerkers van pabo-opleiding Driestar educatief. De beide methodes hebben overeenkomsten maar erin wordt verschillend aangekeken tegen het uiting geven aan gevoelens en tegen normatieve kaders voor seksualiteit, huwelijk en gezin. Naast deze twee methodes bestaan er overigens nog meer, zoals “Veiligwijs”.
Het blijft een spanningsveld, wordt in dat artikel opgemerkt. Kinderen leren kijken naar zichzelf en de wereld om hen heen moet voorop staan en vervolgens hoe we daar vanuit de Bijbel tegenaan kijken. Daar moet ruimte voor zijn, vindt ook directeur Arjet Borger van Rutgers (ander artikel: NRC, 24 maart 2023). Zij vindt niet dat ouders die twijfelen over lesstof meteen „oerconservatief” zijn. „Of veel taboes hebben. Nee. Ze willen er gewoon even over praten met de leerkracht voordat het op school wordt behandeld. Of ze hebben vragen over de stof, de leeftijd. Ze vragen zich af of het echt nodig is om met een 9-jarige al over de clitoris te praten. Mijn ervaring is dat in de meeste gezinnen echt gepraat kan worden over het lichaam en hoe kinderen weerbaar worden.” Het doel vindt zij dat „álle kinderen zich veilig voelen”. Dus ook kinderen die niet gediend zijn van al te expliciete lessen.
De subsidieverstrekker van kenniscentrum Rutgers (voorheen NVSH) – dus VWS, de rijksoverheid – mag de ontstane ophef ter harte nemen. Terecht dat minister Wiersma in de actieweek opkwam voor scholen toen er zelfs dreigementen klonken: “Handen af van leraren!” Maar in het Tweede Kamer-overleg klonk uit zijn mond ook: in sommige gevallen „kun je doorslaan”, dus daar „moeten we met z’n allen op letten”. Aangegeven werd dat ouders met hun zorgen terecht moeten kunnen bij de scholen of kunnen een klacht indienen bij de inspectie. Formeel mag dat juist zijn, maar dat lijkt ons de omgekeerde weg. Scholen dienen helder te zijn over hun aanpak. En VWS dient helder te zijn over doel van de subsidies.